(Jazz)receptie, kritiek en identiteit

Vrijwel vanaf het moment dat jazz bovengronds kwam in de Verenigde Staten, vond de muziek een weg naar ons continent. Zowel toen als nu is Europa verre van homogeen, noch op sociaal, politiek, economisch als cultureel gebied, en daarom verschilde de betekenis van jazz steeds, zowel tussen landen als binnen landen. Aangezien jazz overduidelijk van elders komt, en vanwege zijn sterke
raciale connotaties, is de muziek altijd begrepen als iets vreemds, waardoor lokale Europese culturen er onvermijdelijk op reageerden. Jazz, of het nu werd omarmd of afgewezen, nodigde commentatoren uit om zichzelf (impliciet) cultureel te positioneren. De receptie van jazz is dan ook diepgaand beïnvloed door de lokaal verschillende politieke, religieuze, raciale en etnische constellaties, waardoor het debat rond de muziek een scala aan ideeën en ideologieën blootlegt over lokale identiteit, hoge en lage kunst, esthetiek, ras, klasse, gender, etc. Bijgevolg heeft jazz steeds verschillende betekenissen gehad voor verschillende maatschappelijke groepen. Zo was in de jaren zestig jazz in het oostblok een symbool voor vrijheid en democratie, terwijl in West-Europa jongeren jazz juist afwezen vanwege de internationale politiek van de VS.

Juist vanwege zijn ‘otherness’ verschaft jazz een interessante invalshoek om na te denken over deze veelheid aan lokale, altijd-veranderende historische situaties. De receptie van jazz in Europa biedt ook zicht op de geschiedenis van de media (radio, televisie, film, fotografie, nieuwe media), en de jazzkritiek, te vinden in tijdschriften, boeken, documentaires en films. Overal waren belanghebbenden actief (promoters, agenten, journalisten, studio’s, musici, fans), allen met hun eigen culturele agenda’s en aspiraties. Sommigen brachten (zwarte) Amerikanen naar Europa, wier aanwezigheid leidde tot allerlei raciale fantasieën, anderen begonnen tijdschriften, festivals, competities, archieven of opleidingen (in de jazzopleidingen ligt een belangrijke receptiegeschiedenis besloten). 

Het onderzoek rond de leerstoel Jazz en geïmproviseerde muziek gebruikt jazz als een lens om te kijken naar vragen rond de betekenis van jazz, zoals die tot uiting komt in ontvangst van de muziek, zowel in historisch perspectief als in het nu. Die ontvangst geeft aanleiding tot kritische vragen rond culturele uitwisseling, veranderende esthetiek (van populaire muziek naar canonische kunstmuziek), hybriditeit, transatlantische invloeden, uitwisselingen en transformaties, identiteit en erfgoed, en educatie. Daarbij ligt de nadruk op het Europese domein in het algemeen, en Nederland in het bijzonder. Dat is tot uitdrukking gekomen in een aantal Europees gesubsidieerde projecten: Rhythm Changes, CHIME, en Jazz and Everyday Aesthetics. Ook het promotieonderzoek van Loes Rusch gaat in op deze vragen.

Cultural Heritage and Improvised Music Festivals in Europe (CHIME; 2015-2018), een interdisciplinair onderzoeksproject met partners in Zweden, Italië, Engeland en Nederland (Amsterdam & Groningen), gefinancierd door de EU, onderzocht de rol van tastbaar en ontastbaar cultureel erfgoed in jazzfestivals op heritage locations, voor Nederland onder meer de Zomer Jazz Fietstour en het Curaçao North Sea Jazz Festival. Outputs: congres (in Siena, georganiseerd door het Nederlandse team), publicaties, veldwerk, reizende tentoonstelling (i.s.m Nederlands Jazz Archief).

Jazz and Everyday Aesthetics (2016-2018), met partners in Engeland, Schotland en Nederland, gefinancierd door de Arts and Humanities Research Council, keek naar de rol van jazz in het leven van alledag. Output: vier netwerkbijeenkomsten, waarvan een op het CvA (september 2017, met een concert van Sanne Huijbregts).

Delen