Jesse van Ruller begon zijn studie in 1990 bij Wim Overgaauw aan het Hilversums Conservatorium, waar hij in 1995 met de hoogst mogelijke cijfers afstudeerde. In hetzelfde jaar won hij de Thelonious Monk International Jazz Guitar Competition; daarmee was hij de eerste Europeaan die deze prestigieuze prijs in de wacht sleepte. De jury bestond uit John Scofield, Pat Metheny, Jim Hall en Pat Martino.

Hij nam twee cd's op onder zijn eigen naam en speelt met zijn eigen trio en kwartet (met Karel Boehlee, Frans van Geest en Martijn Vink). Hij is ook te horen bij veel andere bands, zoals het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, Michiel Borstlap Group, het Piet Noordijk Quintet en als duo met gitarist Maarten van der Grinten.

Jesse deelde het podium en de studie met musici als Tom Harrell, George Duke, Christian McBride, Mike Stern, Kenny Washington, SfeQ, Benjamin Herman, Larry Goldings en Idris Muhammed. Samen met Peter Erskine was hij solist in 'Blood on The Floor' van de Britse componist Mark Anthony Turnage met het Asko Ensemble en bij de City of Birmingham Symphony Orchestra o.l.v. Sir Simon Rattle.

Zijn derde cd als bandleider,'Catch!', met Roy Hargrove in drie composities, werd genomineerd voor een Edison in de categorie Jazz. Jesse werd in 2001 ook genomineerd voor de Bird Award in the categorie Talent dat een bredee erkenning verdient. 
Jesse van Ruller is hoofdvakdocent aan het Conservatorium van Amsterdam.

Jim Hall zei over Jesse: 'A most expressive player; he really touched me on a personal level.'