Master
Het Conservatorium van Amsterdam (CvA) biedt een tweejarige masteropleiding Oude Muziek waarin een individuele voortzetting van de hoofdvakstudie centraal staat, met als doel het opleiden van studenten tot veelzijdige musici op het hoogste niveau, uitvoerend en/of scheppend.
Gedurende de masteropleiding staan verdieping en verbreding van de hoofdvakstudie centraal. De studie is flexibel ingericht en de student wordt geacht een persoonlijk studietraject voor zichzelf uit te stippelen.
Curriculum
De student kan gedurende de studie uiteenlopende accenten leggen. Zo kan hij ervoor kiezen om zich in de masterstudie verder toe te leggen op het initiële instrument, maar hij kan zich ook verdiepen in de historische variant hiervan (zie ook onder afdeling Oude Muziek), men kan kiezen voor een studieperiode in het buitenland, men kan zich meer specifiek toeleggen op kamermuziek, orkestspel, (lied)begeleiding of een extra accent leggen op de educatieve of theoretische aspecten van het vak. Ook andere keuzes zijn mogelijk, in overleg met de studiebegeleiders vast te stellen.
Tijdens de opleiding werkt de student aan een onderzoek (research) waarin een aan het hoofdvak gerelateerd onderwerp grondig worden uitgediept. De studenten klassiek en oude muziek ronden het onderzoek af met een geschreven werkstuk en een openbare presentatie (een lezing, een lecture-recital, een workshop of een interview). De student wordt tijdens het onderzoek begeleid door deskundigen van binnen of buiten het conservatorium.
De keuzevakken bestrijken terreinen die voor musici van uiteenlopende hoofdvakken relevant zijn. Ze stellen studenten in staat bijzondere vaardigheden te trainen (bijvoorbeeld ondernemersvaardigheden, auditeren, of het schrijven van cadenzen voor een solo-concert), of brengen ze in aanraking met specialistische kennis (bijvoorbeeld op het gebied van muziektheorie en -analyse, stemmingen of de mentale en fysieke aspecten van het musiceren). De studielast bedraagt 5 of 10 studiepunten per vak.
Sommige hoofdvakken en specialisaties (bijvoorbeeld het hoofdvak Repetiteurship en de specialisaties Nieuwe muziek en Orkestspel) brengen al een eigen menu van keuzevakken met zich mee. Zulke menu's hebben een maximale omvang van 15 studiepunten. Studenten kunnen daarbij dus nog minimaal een vak vrij kiezen. Wie nog meer keuzevakken wil volgen doet dat in zijn vrije ruimte.
Informatie over zulke keuzevakkenmenu's, en de ruimte die ze laten voor andere keuzevakken, is te vinden in de programmabeschrijvingen van de desbetreffende hoofdvakken en specialisaties.
De lijst met keuzevakken verandert elk jaar, en verschijnt tegen het eind van de maand mei. Studenten kunnen zich dan voor keuzevakken opgeven door een e-mail te sturen aan de coördinator van het keuzeprogramma, Michiel Schuijer.
De vrije ruimte geeft de masterstudent de gelegenheid een deel van de studielast naar eigen wens in te richten. Zo is er de mogelijkheid extra ervaring in de beroepspraktijk op te doen door het volgen van een stage bij een professioneel orkest of ensemble. Er kan gekozen worden voor extra mastervakken, masterclasses, workshops of internationale competities, voor een oriëntatie op het historische instrument, improvisatie, ensemblespel of wereldmuziek. Maar het is ook mogelijk te kiezen voor een extra theoretische verdieping door het volgen van een of meerdere collegereeksen bij de Universiteit van Amsterdam.
Studiepunten
hoofdstudie | 80 |
research | 10 |
master-keuzevakken | 20 |
vrije ruimte | 10 |
Het totaal aantal punten van de masteropleiding is 120 studiepunten verdeeld over twee studiejaren (1 studiepunt = 28 uur).