Orgel
Orgel studeren in Amsterdam
De orgelafdeling van het Conservatorium van Amsterdam kan bogen op een lange traditie van hooggekwalificeerd onderwijs. Beroemde organisten als Anthon van der Horst, Albert de Klerk, Piet Kee, Ewald Kooiman, Hans van Nieuwkoop en Jacques van Oortmerssen hebben jarenlang lesgegeven aan de afdeling. Onder de gerenommeerde alumni die in Amsterdam orgel hebben gestudeerd, bevinden zich Jan Raas, Leo van Doeselaar, Ben van Oosten en Masaaki Suzuki. En ook de jongste generatie organisten bewijst de kwaliteit van de opleiding: regelmatig gooien (oud-)studenten hoge ogen op gerenommeerde orgelconcoursen in binnen- en buitenland.
Docenten
Pieter van Dijkvakgroep-vertegenwoordiger, hoofdvak
Matthias Havinga hoofdvak
Louis Robilliard gastdocent
Miklós Spányi improvisatie en basso continuo
Gerben Gritter orgelbouw
Henny Heikens hymnologie, gemeentezang
Piet van der Heijden liturgie
De orgelafdeling biedt een gevarieerd studieprogramma, opgebouwd rondom het spelen op historische orgels. Studenten krijgen les op prachtige, beroemde orgels in en buiten Amsterdam, zoals het Chr. Müller-orgel in de St. Bavo in Haarlem, het Müller-orgel in de Waalse Kerk, het Philbert/Adema-orgel in de Mozes en Aäronkerk en het Bätz-orgel in de Ronde Lutherse Kerk in Amsterdam, en het Van Covelens- en het Van Hagerbeer/Schnitger-orgel in de St. Laurenskerk in Alkmaar.
Om studenten te stimuleren zich te ontwikkelen tot veelzijdige musici op het hoogste niveau, wordt er niet alleen uitgebreid aandacht besteed aan de interpretatie van orgelmuziek - van oude tot hedendaagse muziek - maar ook aan improvisatie. In het vak Keyboard Musicianship wordt daar de basis voor gelegd. Daarnaast geeft Miklós Spányi iedere maand een groepsles in historische improvisatie. Samenwerkingsverbanden met andere afdelingen bieden studenten de kans interessante ervaringen op te doen en nieuwe perspectieven te ontwikkelen.
Het reguliere curriculum wordt ieder jaar verrijkt met vele activiteiten, zoals masterclasses door beroemde gastdocenten uit binnen- en buitenland, (lunch-)concerten, projecten en excursies.
Ook jong orgeltalent is van harte welkom; zij kunnen via de Sweelinck Academie les krijgen van docenten van het Conservatorium van Amsterdam.
Geïnteresseerden kunnen een proefles aanvragen en de wekelijkse groepslessen bezoeken die plaatsvinden in diverse kerken op de maandagen van 15.00-18.00 uur. Informatie over de kerken is verkrijgbaar bij Pieter van Dijk
Vakgroepvertegenwoordiger: Pieter van Dijk
Toelatingseisen
Selectie van kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. Het repertoire voor de video-opname bevat één werk van JS Bach en één werk uit een latere stijlperiode. De maximum lengte bedraagt 10 minuten. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd.
1. een aantal werken uit verschillende stijlperioden van een minimale moeilijkheidsgraad van bijvoorbeeld:
• H. Scheidemann - Preambulum of koraalbewerking; J.S. Bach - Ich ruf zu dir Herr Jesu Christ
• keuze uit JS Bach,-VIII kleine Praeludien und Fugen
• L. Vierne - Arabesque (uit 24 Pièces en style libre); J. Langlais - Pasticcio; H. Distler - keuze uit 30 Spielstücke, of werken van gelijke moeilijkheidsgraad
2. a prima vista spelen van een eenvoudig orgelwerk met pedaal en het spelen van een korte improvisatie
3. vaardigheid in het bespelen van een ander toetsinstrument, bij voorkeur piano, is gewenst
In deze fase ontwikkelt de student zich tot een volgroeid uitvoerend musicus, die in staat is op hoog technisch en stilistisch niveau te communiceren met zijn publiek, met een accent op de volgende componenten:
• een goede betrouwbare techniek en het kunnen beheersen van stress
• het kunnen omgaan met historische instrumenten uit verschillende stijlperioden (toonvorming, registratie, etc.)
• het beheersen van repertoiregebonden technieken
• grondige kennis van de uitvoeringspraktijk
• communicatieve vaardigheden en persoonlijkheid
Er zijn mogelijkheden tot specialisatie (men kan denken aan specialisering op het gebied van de uitvoeringspraktijk, pedagogiek, improvisatie, orgelbouw, etc.)
Toelatingseisen
Selectie van kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. Het repertoire voor de video-opname bevat één werk van JS Bach en één werk uit een latere stijlperiode.
De maximum lengte bedraagt 20 minuten. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd.
1. Een examen van ongeveer 50 minuten waarin de diverse stijlperioden zijn vertegenwoordigd. De kandidaat dient blijk te geven van hoogstaande artistieke en orgeltechnische capaciteiten. Tevens wordt verondersteld dat de kandidaat kennis heeft van de uitvoeringspraktijk van de verschillende stijlen.
2. De kandidaat stuurt voor 1 februari het studiesecretariaat van het CvA een repertoirelijst toe met een programmavoorstel voor het toelatingsexamen. In dit programma komen diverse stijlen aan de orde. Het programmavoorstel wordt beoordeeld door de toelatingscommissie. Eventueel worden wijzigingen aangebracht. Een programma-indicatie en eisen zijn opvraagbaar bij de vakgroepvertegenwoordiger.