Basso continuo
Het Conservatorium van Amsterdam biedt als enig conservatorium in Nederland de bachelor-afstudeerrichting basso continuo. Studenten klavecimbel, orgel en fortepiano kunnen zich na het tweede jaar van het bachelor-studieprogramma in het derde en vierde jaar specialiseren in het hoofdvak basso continuo.
Externe kandidaten kunnen na een succesvol toelatingsexamen instromen in het derde jaar, indien zij in het bezit zijn van een bachelordiploma klavecimbel, orgel of fortepiano of beschikken over een daarmee gelijkstaand spelniveau. Bij afwezigheid van een diploma dient de kandidaat de algemeen theoretische vakken te hebben afgesloten en daarvan een certificaat kunnen overleggen.
De bachelor basso continuo moet worden gezien als een specialisatie vanuit het algemenere vakgebied 'historische toetsinstrumenten' (orgel, klavecimbel, pianoforte).
De volgende onderdelen maken deel uit van de hoofdvakstudie:
- de basso-continuobegeleiding van het kamermuziekrepertoire
- de basso-continuobegeleiding van opera en orkest
- improvisatie (docent Miklós Spanyi)
- regelmatige voorspeelavonden
- correpetitie
- deelname masterclasses
- lezingen
- repetitie- en concertbezoek beroemde orkesten en ensembles
Aan dit hoofdvak zijn de volgende theoretische bijvakken verbonden:
• Historische harmonie in de uitvoeringspraktijk (tweejarige cursus)
• cursus Historische Tractaten (tweejarige cursus)
Toelatingseisen
Selectie van de kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd.Het repertoire voor de video is een gevarieerde selectie van maximaal 15 minuten uit het vereiste toelatingsrepertoire.
Toelatingsrepertoire
De kandidaat speelt tijdens het toelatingsexamen van in totaal ongeveer vijfentwintig minuten een aantal klavecimbel-solocomposities en kamermuziekbegeleidingen, waarin de diverse stijlgebieden zijn vertegenwoordigd. Voor het programma van klavecimbel-solostukken kan een keuze worden gemaakt uit de volgende categorieën:
- een toccata van Frescobaldi of Froberger of een Prélude non mesuré
- delen uit een Engelse suite of Partita of een Prelude en Fuga van J.S. Bach
Vervolgens speelt de kandidaat (delen uit) kamermuziekcomposities van achttiende-eeuwse componisten in Franse en Italiaans/Duitse stijl, bijvoorbeeld Hotteterre en Telemann of Händel.
Na de tweejarige masterstudie zijn de studenten op het hoogste niveau inzetbaar in de professionele muziekwereld. De in de masteropleiding beoogde verdieping wordt bereikt doordat het repertoiregebied dat de student kiest diepgaander en uitgebreider wordt bestudeerd dan in de bacheloropleiding mogelijk is.
Toelating
Selectie van de kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd. Het repertoire voor de video is een gevarieerde selectie van maximaal 15 minuten uit het vereiste toelatingsrepertoire.
Toelatingsrepertoire
- De kandidaat verzorgt een programma dat niet langer mag duren dan een half uur en waarvan ca. 15 minuten uit solorepertoire voor klavecimbel moet bestaan. De kandidaat moet tijdens dit toelatingsexamen blijk geven van bovengemiddelde klavecinistische en begeleidingskwaliteiten en van een goed overzicht en beheersing van de diverse hoofdstijlen.
- De kandidaat stuurt voor 15 februari het studiesecretariaat van het CvA een repertoirelijst toe met een programmavoorstel voor het toelatingsexamen. Het programmavoorstel wordt beoordeeld door de toelatingscommissie. Eventueel worden wijzigingen aangebracht. Een programma-indicatie is opvraagbaar bij de vakgroepvertegenwoordiger.