Bachelor Klassiek
De bachelorstudie Muziek bestaat uit een propedeuse (eerste studiejaar) en een hoofdfase (tweede t/m vierde studiejaar). Het propedeutisch jaar heeft een oriënterend/selecterend karakter en wordt afgesloten met een propedeuse-examen.
Tijdens de hoofdfase (het tweede t/m vierde studiejaar) worden de verplichte vakken jaarlijks getoetst door middel van tentamens. Het studietraject wordt in nauw overleg met de hoofdvakdocent uitgestippeld.
De studie instrumentale/vocale hoofdvakken wordt afgesloten met het diploma Bachelor of Music. Ook de hoofdvakken compositie en directie worden na vier jaar afgesloten met dit diploma.
Curriculum
Naast de individuele hoofdvaklessen vormen ensemblelessen een essentieel onderdeel van de studie. Studenten krijgen ruimschoots de gelegenheid ervaring op te doen in ensembles in alle mogelijke bezettingen, zoals symfonieorkest, kamermuziekensemble, barokensemble en hedendaagse-muziekensembles. Ook bijvakken als piano, eerste- en tweedejaars koor, drama, continuospel en ensembleleiding behoren tot de praktische vakken.
Met behulp van vakken als solfège, analyse, harmonie, contrapunt en muziekgeschiedenis worden het muzikale voorstellingsvermogen en de muzikale waarneming ontwikkeld. Hedendaagse muziek krijgt veel aandacht, met name binnen de vakken analyse en muziek- en cultuurgeschiedenis.
Kamermuziek is een belangrijk onderdeel van het klassieke studieprogramma. Studenten worden aangemoedigd om, in overleg met hun hoofdvakdocenten en geïntegreerd in hun totale speelpakket, zelf met zoveel mogelijk initiatieven te komen. Tijdens de bacheloropleiding voeren studenten tweemaal per studiejaar een kamermuziekwerk uit ten overstaan van een commissie. In principe gebeurt dat tijdens de kamermuziektentamens in december en april. In het kader van de bacheloropleiding worden ook enkele verplichte projecten georganiseerd. Deze projecten leveren een bijdrage aan de verwezenlijking van twee belangrijke doelstellingen: in de eerste plaats doen studenten ervaring op met kamermuziek uit de meest uiteenlopende perioden, doorlopend tot in de eenentwintigste eeuw met inbegrip van werken uit de eigen compositieklas, en in de tweede plaats leren studenten beseffen dat historisch en analytisch inzicht in composities kan bijdragen aan het niveau van de uitvoering ervan.
Het bachelordiploma Muziek van het CvA geeft een bevoegdheid voor lesgeven op een muziekschool of centrum voor kunstzinnige vorming.
Het pakket van onderwijskundige vakken bestaat uit methodiek van het eigen instrument, onderwijskunde en stage. Er wordt een basis gevormd voor het opzetten van een eigen lespraktijk en voor het werken in de muziekeducatie in brede zin. Daarnaast bereidt de student zich voor op de organisatorische en zakelijke aspecten van de beroepspraktijk. Om de vaardigheden te trainen die de professionele praktijk aan de musicus stelt, is er een speciaal studieprogramma ontwikkeld: De Ondernemende Kunstenaar. Voor een deel van de lessen worden gespecialiseerde gastdocenten uitgenodigd. Dit programma wordt ondersteund door de website www.beroepkunstenaar.nl, die is ontwikkeld in samenwerking met Kunstenaars&Co. De student bepaalt voor een belangrijk deel zelf - door de keuze van profiel en project - hoe hij/zij het DOK-programma vormgeeft.
Studenten met een eerder behaald bachelordiploma Muziek die in het eerste of tweede jaar binnenkomen, worden ingeroosterd voor de onderwijskundige vakken tenzij zij kunnen aantonen dat zij een vergelijkbaar programma met goed gevolg hebben afgesloten. Meer informatie bij de coördinator Onderwijskundige vakken van de betreffende afdeling.
Een deel van het studieprogramma kan naar eigen keuze worden ingericht. Zo kan de student desgewenst meer aandacht schenken aan kamermuziek, ensembleprojecten, orkestspel, historische uitvoeringspraktijk, wereldmuziek, improvisatie, live-electronics, studiotechniek en aan het hoofdvak gerelateerde bijvakinstrumenten. Maar ook een extra verdieping op theoretisch of onderwijskundig gebied is mogelijk.
De afdeling correpetitie heeft een ondersteunende en integrerende functie in het klassieke studieprogramma. De repetitoren zorgen voor pianobegeleiding bij alle instrumenten waar dit nodig is. Daarnaast zorgen ze in overleg met de hoofdvakdocent voor een aanvulling op de hoofdvakles. Hierbij komen aspecten zoals het realiseren van het ingestudeerde repertoire in voorspeelsituaties, podiumpresentatie, studeermethodiek en muzikaal begrip van de verhouding tussen solostem en orkest aan bod. De indeling van de repetitoren per hoofdvak is aan het begin van het cursusjaar beschikbaar. De student treft de naam van zijn repetitor op het rooster aan en dient zelf een eerste afspraak te maken.
Het bijvak piano dient ter ondersteuning van de algemene theoretische vakken en als begeleidingsinstrument bij het hoofdvak in de muziekpraktijk. De cursusduur is drie jaar. Bij het hoofdvak zang, orkestdirectie en theorie is de cursusduur vier jaar. Aan het eind van ieder studiejaar worden de ontwikkelingen getentamineerd tijdens een individueel tentamen. Na het laatste jaar sluit de student dit vak af met een presentatie van ongeveer twintig minuten waarbij de student een gevarieerd programma ten gehore brengt. Het begeleiden van vocale en/of instrumentale composities is een verplicht onderdeel van het overgangstentamen en afsluitend examen. Ook de ontwikkeling in harmonie aan de piano wordt getoetst.
Ensembles
Ensemblespel en kamermuziek hebben een hoge prioriteit gedurende de studie. De orkesten en ensembles worden jaarlijks geformeerd en werken in de vorm van projecten intensief aan een gevarieerd programma. Het CvA is de afgelopen jaren een intensieve samenwerking aangegaan met professionele podia en gespecialiseerde ensembles en festivals. Orkesten en ensembles van het CvA werken regelmatig samen met professionele ensembles en treden veelvuldig op op festivals in binnen- en buitenland.
Het symfonieorkest werkt jaarlijks in twee projecten aan de opbouw van een veelzijdig repertoire, waarmee het in het Muziekgebouw aan het IJ, het Concertgebouw, TivoliVredenburg Utrecht, Muziekgebouw Eindhoven, deSingel in Antwerpen en andere belangrijke muziekcentra in binnen- en buitenland optreedt.
Bij het najaarsproject ligt de nadruk op het laatromantische en twintigste-eeuwse repertoire; bij het voorjaarsproject op klassieke en vroeg-romantische werken. Dirigenten zijn zowel gerenommeerde gastdirigenten, zoals Ed Spanjaard, Otto Tausk en Adrian Prabava, als docenten van het CvA.
Studenten koper en hout trainen orkestvaardigheden in het Blazersensemble. Ieder project wordt afgesloten met een openbaar concert. Eerstejaars strijkers en blazers krijgen een elementaire orkesttraining in het eerstejaars strijk- en blaasorkest; ook deze projecten worden afgesloten met een concert. Voor slagwerkers is er het slagwerkensemble CvA-Percussion, koperstudenten spelen in het groot koperensemble CvA-Brass.
Score Collective is het ensemble van top-masterstudenten van het CvA. De circa twintig streng geselecteerde musici spelen muziek uit de afgelopen vijftig jaar, waaronder compleet nieuw werk van compositiestudenten. Nieuwer kan nieuwe muziek niet zijn.
Studenten Oude Muziek hebben volop gelegenheid om ensemble- en orkestervaring op te doen, in kleinere (kamermuziek)ensembles, maar ook in grotere bezettingen, zoals in het Sweelinck Barokorkest dat jaarlijks een aantal concerten geeft op diverse plaatsen in het land. Door samenwerking met het Utrechts Conservatorium kunnen studenten van beide instituten participeren in elkaars projecten.
De afdeling Klassiek heeft diverse koren: het eerstejaars ensemble voor de eerstejaars studenten zang, het koorpracticum voor alle studenten koor- hafa- en orkestdirectie en het koor voor alle overige eerste- en tweedejaars studenten.
Opleidingsgegevens
Studielast
240 studiepunten
Studieduur
4 jaar voltijd
Voertaal
Nederlands en Engels
CROHO-code
34739 (B Muziek)
Graad
Bachelor of Music