Theorie der Muziek
Een combinatie van kunstonderwijs en theoretische reflectie vormt de kern van het hoofdvak Muziektheorie, zowel in de bachelor- als in de masteropleiding. In de bachelorfase beoogt de opleiding een grondige basis te bieden in muziektheoretische vaardigheden - bijvoorbeeld analyse, harmonie, contrapunt en instrumentatie - en de student door middel van theoretische literatuurstudie kennis te laten maken met de belangrijkste stromingen in het professionele werkveld. Daarnaast verwerven de studenten didactische vaardigheden tijdens een stage en leren ze werken met (jonge) musici in verschillende praktische situaties. Met een bachelordiploma kunnen muziektheoretici werken als docent op hbo-niveau en bij instellingen voor amateurmusici. Met het masterdiploma zijn muziektheoretici gekwalificeerd om les te geven in het muziekvakonderwijs en aan universiteiten en kunnen ze meedingen naar PhD-posities in binnen- en buitenland. Aan de hand van de voorkennis en ervaring die aankomende studenten hebben wordt bepaald in welk jaar van de opleiding ze starten. Deze beslissing wordt genomen na het toelatingsexamen.
Studieleider muziektheorie
Ralf Pisters
Docenten
Ralf Pisters
Michiel Schuijer
Menno Dekker
Martijn Hooning
Gerben Gritter
Tim Braithwaite
De meeste lessen voor het hoofdvak muziektheorie worden individueel gegeven, wat een intensieve studie op maat mogelijk maakt. Naast de reguliere lessen worden er gedurende het schooljaar andere evenementen georganiseerd, zowel in Amsterdam als in instellngen in andere Nederlandse plaatsen. Deze omvatten: een colloquium waar studenten en docenten werk-in-uitvoering kunnen presenteren; gastsprekers zoals het jaarlijkse programma 'Music Theorist in Residence'; en studiedagen en conferenties, georganiseerd door de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Muziektheorie.
Toelatingseisen
Alle bachelor-kandidaten krijgen een uitgebreid toelatingsexamen in schriftelijke harmonie, analyse, gehoortraining, notenleer en harmonie aan de piano. Verspreid over twee tot drie dagen voltooien de kandidaten eerst schriftelijke opdrachten in harmonie (drie uur), analyse (drie uur) en gehoortraining (twee uur); op de laatste dag stellen ze zich voor aan de de commissie en leggen ze het mondelinge deel van het examen af, met onder meer van blad zingen, ritmische oefeningen en opdrachten aan de piano. Ten slotte volgt er een gesprek over het geschreven werk en de motivatie om muziektheorie te studeren. Aan de hand van de resultaten van de schriftelijke en mondelinge toetsen bepaalt de commissie of de studie geschikt is voor de kandidaat, of de kandidaat kan worden toegelaten en zo ja op welk niveau.
De belangrijkste criteria voor toelating tot het hoofdvak muziektheorie op bachelorniveau:
- Sterke praktische muzikale vaardigheden (zoals vastgesteld tijdens het toelatingsexamen)
- Aanleg voor kritisch denken en reflectie
- Een goede beheersing van de Engelse taal en aanleg voor lezen en schrijven op academisch niveau
Voorbeelden toelatingsexamen voor Muziektheorie:
- Complete onderdelen voor solfege, gehoortraining, harmonie en harmonie ad piano (PDF)
- Analyseopdracht (PDF)
Curriculumoverzicht (240 studiepunten)
In de loop van de studie krijgen de studenten hoofdlessen in: harmonie (vier jaar, inclusief geschreven harmonie, harmonie aan de piano en harmonische analyse); contrapunt (vier jaar, inclusief schriftelijk contrapunt en contrapuntische analyse); solfège (drie jaar); van blad lezen (drie jaar); instrumentatie (twee jaar); methodiek (een jaar); en de geschiedenis van de muziektheorie (een jaar).
Daarnaast worden voor een aantal onderwerpen specifieke cursussen gegeven: Formenlehre, Schematheorie, Schenkeriaanse theorie, Inleiding tot jazztheorie en Post-tonale analyse.
Een uitgebreid overzicht van de studie en de verdeling van studiepunten is te vinden in de studiegids.
Toelatingseisen
Net als bij het bachelor-toelatingsexamen krijgen de kandidaten een uitgebreid schriftelijk en mondeling examen in muziektheorie, verdeeld over twee à drie dagen (volgens de beschrijving van het bachelorexamen). Ze worden getest (op een hoger niveau) in geschreven harmonie, analyse, gehoortraining, solfège (van blad zingen en ritme) en harmonie aan de piano. Bij dit examen wordt ervan uitgegaan dat de kandidaat al een theoretische opleiding op bachelorniveau heeft behaald, of een grondige theoretische en muzikale vaardigheidstraining heeft gehad als onderdeel van een andere opleiding.
Naast het live toelatingsexamen moeten kandidaten voor het masterprogramma ook een portfolio van eerder werk indienen. Het portfolio moet uiterlijk 1 februari binnen zijn, als onderdeel van de algemene aanvraag.
Hoewel kandidaten vrij zijn om te kiezen wat ze willen indienen, moet het portfolio bestaan uit de volgende onderdelen:
- uitgebreide harmonieopdrachten
- uitgebreide contrapuntopdrachten
- modelcomposities
- analyseopdrachten en/of een bachelorscriptie
Kandidaten wordt aangeraden hun beste materiaal in te sturen, zodat de commissie een goede indruk heeft van hun hoogste niveau.
Voorbeelden toelatingsexamen voor muziektheorie:
- Complete onderdelen voor solfege, gehoortraining, harmonie, en harmonie ad piano (PDF)
- Analyseopdracht (PDF)
Curriculumoverzicht (120 studiepunten)
- Oude muziek - analyse, schrijfvaardigheid, literatuur (AWL, 15 studiepunten): jaar 1
- Klassieke en romantische muziek - analyse, schrijfvaardigheid, literatuur (AWL, 15 studiepunten): jaar 1
- Muziek van de 20e en 21e eeuw - Analyse, schrijfvaardigheid, literatuur (AWL, 15 studiepunten): jaar 1
- Specialisatie AWL (20 studiepunten): in het tweede jaar van de opleiding stelt de student zijn / haar eigen AWL-pakket samen, op basis van zijn / haar specifieke interessegebied (typisch verbonden met de afstudeeropdracht en gericht op het eindexamen)
- Gevorderde muziektheoretische pedagogiek en stages (10 studiepunten): jaar 1
- Improvisatievaardigheden, jaar 1 en 2 (10 studiepunten per jaar): de student kiest in overleg met de vakgroepsvertegenwoordiger een improvisatieles die hij / zij wil volgen. De vakgroepsvertegenwoordiger zoekt vervolgens binnen het CvA een geschikte docent met wie de student kan samenwerken
- Onderzoek (10 studiepunten): alle masterstudenten van het CvA (inclusief muziektheoriestudenten) zijn verplicht om een masteronderzoeksproject te doen en dit te presenteren tijdens het jaarlijkse Master Research Symposium. Voor het hoofdvak muziektheorie vormt een grootschalig onderzoeksproject de kern van de opleiding. De onderzoeksopdracht voor het Master Research Symposium is vaak een eerste stap op weg naar een grotere masterscriptie die de student voorbereidt op het eindexamen. Het staat de student echter ook vrij om een apart, kleiner onderzoeksproject uit te voeren voor dit symposium.
- Master-keuzevakken (20 studiepunten)
- Vrije ruimte (15 studiepunten)