Koordirectie
Het vak van koordirigent is opgebouwd uit een aantal specialismen die elk hun specifieke eisen stellen. De basis van het studieprogramma vormt natuurlijk een degelijke studie van zowel technische vaardigheden als van het koorrepertoire door de eeuwen heen. De studenten koordirectie worden ingedeeld als zangers bij de projecten van het Sweelinck Kamerkoor.
Vakgroepvertegenwoordiger: Jos Vermunt
Docenten
Jos Vermunt vakgroepvertegenwoordiger & hoofdvak
Maria van Nieukerken hoofdvak
Daniel Reuss hoofdvak
Benjamin Goodson vaste gastdocent
Toelatingseisen
Selectie van de kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. Het repertoire voor de video-opname is vrij te kiezen door de kandidaat. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd.
Het toelatingsexamen bestaat uit de volgende onderdelen:
Theoretisch onderdeel (25 minuten):
- gehoor
- muzikaal niveau, instrumentaal of vocaal
- pianospel: minimaal een Bachkoraal kunnen spelen
- literatuurinzicht, affiniteit met Frans, Duits en Engels
Praktisch onderdeel (25 minuten):
Muziekstuk instuderen met vocaal ensemble, minimaal vierstemmig, te kiezen uit drie opgegeven partituren.
Kandidaten worden getoetst op o.a. repetitietechniek, slagtechniek, vocaliteit, uitstraling en gehoor.
Tijdens de masteropleiding, die zich in het bijzonder op het professionele muziekleven richt, wordt de directiestudent voorbereid op de hoge eisen die de huidige, veelzijdige muziekpraktijk stelt.
Hoofdstudie
Naast specifieke aandacht voor zaken die voortvloeien uit het hoofdvak - directietechniek, partituur- en repertoirekennis, techniek van het repeteren - speelt research hier een vanzelfsprekende rol. Om een partituur op overtuigende wijze over te kunnen brengen op een koor, ensemble of orkest, is een grondige kennis van het werk - en dus gedegen onderzoek - onontbeerlijk. In het kader van de mastervakken kan de student zich richten op een bepaalde compositie of componist, maar ook op de historische uitvoeringspraktijk, op stemmingen of op bepaalde speeltechnieken.
De directiestudenten worden tijdens deze tweejarige opleiding in de gelegenheid gesteld te werken met de koren, ensembles en orkesten van het CvA, waarmee ook tijdens het afstudeerproject wordt gewerkt. Het CvA zet zich in om tijdens de opleiding stageplaatsen te realiseren - bijvoorbeeld in de vorm van een assistentschap - bij professionele ensembles, koren, orkesten en operagezelschappen.
Andere vakken
Studenten volgen tevens een aantal master- en keuzevakken. Over onderzoek wordt apart voorlichting gegeven.
Toetsing
Wordt nader vastgesteld.
Toelatingseisen
Selectie van de kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. Het repertoire voor de video-opname is vrij te kiezen door de kandidaat. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd.
- De kandidaat verzorgt een programma dat niet langer mag duren dan 60 minuten.
- De kandidaat stuurt voor 15 februari het studiesecretariaat van het CvA een programmavoorstel voor het toelatingsexamen. Het programmavoorstel wordt beoordeeld door de toelatingscommissie. Eventueel worden wijzigingen aangebracht. Een programma-indicatie en eisen zijn opvraagbaar bij de vakgroepvertegenwoordiger.