Directie harmonie/fanfare
De afstudeerrichting directie harmonie/fanfare richt zich op het leidinggeven aan blaasorkesten in de amateursector. Naast een uitgebreid pakket theoretische vakken en partituurspel bestaat de hoofdvakstudie uit de onderdelen dirigeertechniek, orkestscholing, instrumentenleer, literatuurkennis en instrumentatie.
Een belangrijk onderdeel van de studie vormen de stagelessen, waarin onder leiding van de docent met een aantal bestaande amateurorkesten wordt gewerkt.
Docenten
Arjan Tien vakgroepvertegenwoordiger, hoofdvak
Erik van de Kolk hoofdvak
De afstudeerrichting directie harmonie/fanfare richt zich op het leidinggeven aan blaasorkesten in de amateursector. Naast een uitgebreid pakket theoretische vakken en partituurspel bestaat de hoofdvakstudie uit de onderdelen dirigeertechniek, orkestscholing, instrumentenleer, literatuurkennis en instrumentatie.
Een belangrijk onderdeel van de studie vormen de stagelessen, waarin onder leiding van de docent met een aantal bestaande amateurorkesten wordt gewerkt.
Toelatingseisen
Selectie van de kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. Het repertoire voor de video-opname is gelijk aan het repertoire voor het toelatingsexamen. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd.
- het voordirigeren van een door het conservatorium opgegeven compositie uit het hafa-repertoire
- bekendheid met de blaas- en slaginstrumenten voor zover deze in hafa voorkomen
- inzicht in de samenstelling van een partituur en conductor
- bedrevenheid in het spelen van een blaasinstrument
- een gehoortest ondergaan, waarbij je inzicht in muzikale structuren wordt getoetst
Tijdens de masteropleiding, die zich in het bijzonder op het professionele muziekleven richt, wordt de directiestudent voorbereid op de hoge eisen die de huidige, veelzijdige muziekpraktijk stelt.
Hoofdstudie
Naast specifieke aandacht voor zaken die voortvloeien uit het hoofdvak - directietechniek, partituur- en repertoirekennis, techniek van het repeteren - speelt research hier een vanzelfsprekende rol. Om een partituur op overtuigende wijze over te kunnen brengen op een koor, ensemble of orkest, is een grondige kennis van het werk - en dus gedegen onderzoek - onontbeerlijk. In het kader van de mastervakken kan de student zich richten op een bepaalde compositie of componist, maar ook op de historische uitvoeringspraktijk, op stemmingen of op bepaalde speeltechnieken. De directiestudenten worden tijdens deze tweejarige opleiding in de gelegenheid gesteld te werken met koren, ensembles en orkesten binnen en/of buiten het CvA. Het CvA zet zich in om tijdens de opleiding stageplaatsen te realiseren - bijvoorbeeld in de vorm van een assistentschap - bij professionele ensembles, koren, orkesten en operagezelschappen.
Andere vakken
De student volgt tevens een aantal master- en keuzevakken. Over onderzoek wordt apart voorlichting gegeven.
Toetsing
Wordt nader vastgesteld.
Toelating
Selectie van de kandidaten voor het toelatingsexamen geschiedt na beoordeling van een video-opname door de toelatingscommissie. Het repertoire voor de video-opname is gelijk aan het repertoire voor het toelatingsexamen. De opname moet voor 1 februari digitaal via het aanmeldingsformulier worden ingestuurd.
- De kandidaat verzorgt een programma dat niet langer mag duren dan 60 minuten.
- De kandidaat stuurt voor 1 februari het studiesecretariaat van het CvA een programmavoorstel voor het toelatingsexamen. Het programmavoorstel wordt beoordeeld door de toelatingscommissie. Eventueel worden wijzigingen aangebracht. Een programma-indicatie en eisen zijn opvraagbaar bij de vakgroepvertegenwoordiger.