Saxofoon
De vakgroep rietblazers biedt een opleiding waarin traditie en vernieuwing, vakmanschap en artisticiteit hand in hand gaan. Het studieprogramma richt zich op persoonlijke (artistieke) ontwikkeling, improvisatie en samenspel. De studenten worden opgeleid om te kunnen functioneren in uiteenlopende muzikale situaties: van orkesten en bigbands tot jazz-, latin-, pop- en fusionensembles, zowel live als in de studio.
Voor alle saxofoonstudenten zijn er mogelijkheden om klarinet en fluit als bijvak te volgen.
Docenten
Jasper Blom coördinator
Ben van Gelder
Simon Rigter
Dick Oatts Artist in Residence
Benjamin Herman vaste gastdocent
Leo Janssen techniek
David Kweksilber techniek
Marc Scholten coördinator techniek, bijvak klarinet
Jasper van Damme methodiek
Raymond Honing bijvak fluit
We moedigen studenten aan om hun eigen stem te vinden, niet alleen als improvisator, maar ook als componist. Wereldberoemde artiesten als Branford Marsalis, Mark Turner, Ben Wendel en Seamus Blake zijn regelmatig op het Conservatorium van Amsterdam te gast. Ook zijn we trots op de al vijfentwintig jaar bestaande en nog steeds voortdurende samenwerking met Dick Oatts (Temple University Philadelphia) als vaste gastdocent en Artist in Residence aan het CvA. Sinds september 2020 is tevens saxofonist Benjamin Herman als vaste gastdocent verbonden aan de vakgroep.
Coördinatie: Jasper Blom
Toelating
Toelatingseisen
Voor het toelatingsexamen vindt een voorselectie plaats middels door de kandidaat in het aanmeldingsformulier te uploaden opnamen van drie jazzstandards van verschillend karakter, tempo en toonsoort, en één stuk naar keuze. Als de stukken als onvoldoende worden beoordeeld, wordt de kandidaat niet uitgenodigd voor het toelatingsexamen.
Tijdens het toelatingsexamen wordt de kandidaat beoordeeld op:
Speelvaardigheid
a. De commissie maakt een keuze uit drie door de kandidaat voorbereide stukken van verschillend karakter, tempo en toonsoort, waarin hij/zij aan de commissie naast instrumentbeheersing duidelijk blijk geeft van affiniteit met jazz en/of afgeleide muzieksoorten.
Bij het spelen van deze stukken moet de improvisatie een belangrijk onderdeel zijn. Voor kandidaten die prioriteit willen geven aan orkestspel zijn er ook mogelijkheden. Hierbij wordt in mindere mate gelet op de improvisatorische vaardigheden.
b. De kandidaat dient ook uitgeschreven materiaal te spelen, bijvoorbeeld jazzsolo's, jazzetudes en/of klassieke etudes (bladmuziek in viervoud meenemen voor de examencommissie).
c. Het kunnen spelen van alle majeur- en mineurtoonladders en drieklanken in een redelijk tempo.
Gehoor en leesvaardigheid
Onderdelen hiervan zijn:
- op het gehoor spelen op door de commissieleden gegeven harmonische progressies
- het naspelen van voorgespeelde fragmenten
- het a prima vista spelen van een fragment in jazzidioom (bijvoorbeeld een gedeelte uit een orkestpartij of een eenvoudige etude)
De commissie kan het examen met enkele oefeningen aanvullen als ze meer informatie over de kandidaat wenst.
Beoordeling
De mogelijkheden om een hoofdvakstudie te volgen worden door de commissie besproken. Er wordt gelet op o.a.
- muzikaliteit en gehoor
- gevoel voor tempo en ritmiek
- dispositie voor het instrument
- noten lezen, techniek, toonvorming etc.
Voorselectie
In het aanmeldingsformulier vult de kandidaat drie links (o.a. YouTube, Soundlink) in naar materiaal waarop hij/zij te zien en/of te beluisteren is. Aan de hand van dit materiaal wordt beoordeeld of de kandidaat voldoende niveau heeft voor het masterprogramma. Bij een positieve beoordeling wordt de kandidaat uitgenodigd voor een auditie. Tijdens deze auditie speelt de kandidaat drie stukken waarvan tenminste één jazz-standard (originaliteit en een hoog niveau van de improvisatie is een vereiste).
Kandidaten kunnen hun eigen begeleiding meebrengen. Het is ook mogelijk gebruik te maken van een trio van het conservatorium; geef dit aan op het aanmeldingsformulier.