Muziektheoretische vakken
Naast het vak algemene muziekleer volgt de student voor de vakken solfège, harmonieleer en analyse een voor de Opleiding Docent Muziek speciaal ontwikkeld programma.
Voor de vakken analyse en hamonieleer wordt hierbij tijdens de propedeuse het accent gelegd op pop en jazz en gedurende het tweede studiejaar op de klassieke muziek.
Tijdens het eerste en tweede studiejaar wordt het muzikale voorstellingsvermogen van de student getraind via het vak solfège. In het derde studiejaar staat bij dit vak het maken van transcripties centraal.
Tijdens de lessen componeren/arrangeren in het tweede t/m vierde studiejaar leert de student uiteenlopend materiaal te bewerken en arrangeren voor diverse ensembles. Er wordt tijdens het derde en vierde studiejaar tevens een relatie gelegd naar koordirectie, ensembleleiding en bandcoaching, omdat de student voor het desbetreffende afsluitende examen een eigen compositie of arrangement maakt.
Ten dienste van de eigen ontwikkeling en de onderwijspraktijk krijgt de student lessen met betrekking tot muziekhistorische en maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de klassieke, jazz-, pop- en wereldmuziek.
Voor de propedeuse is dit een algemene inleiding op de muziek- en cultuurgeschiedenis en een module introductie wereldmuziek. Tijdens het tweede studiejaar vervolgt de student het vak geschiedenis. Bij het vak muziekgeschiedenis komt tevens de vertaling van de theoretische kennis naar de onderwijspraktijk aan bod. In het derde studiejaar wordt de module geschiedenis nieuwe muziek 1 gevolgd en geschiedenis jazz & pop.
Gerelateerd aan het onderwijskundige vak methodiek/didactiek volgt de student tijdens het derde studiejaar het interdisciplinaire project CKV. In samenwerking met andere faculteiten van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten wordt een thema gekozen waarin studenten van verschillende disciplines samenwerken, een studiereis voorbereiden en de verworven kennis en vaardigheden vertalen naar stagesituaties.