Olá, tudo beleza?

Camille Beurret, vierdejaarsstudent Docent muziek, liep stage in Brazilië. Lees hier haar ervaringen.

Als ik dit schrijf, zit ik op éénderde van mijn stage in het zonnige (en helaas toch ook vaak regenachtige) Brazilië. Meu deus, where to begin… Allereerst maar de taal: die is toch een stuk lastiger dan gedacht. Ik kwam erachter dat ik die typisch voor Spaans/Italiaans/Portugees rollende 'r' (voorin de mond) niet beheerste. Daar heb ik dus de hele eerste week op lopen oefenen... alsof de taal zelf leren niet al moeilijk genoeg is. Toch een belangrijke, aangezien de verschillende r's vaak het verschil maken in de betekenis van een woord ('caro' = duur, 'carro' = auto). De enkele 'r' in een woord wordt rollend uitgesproken, de dubbel-r meer als een 'g'. Zo zijn er nog een paar regels in de Braziliaans-Portugese taal die ik soms nog moeilijk kan onthouden en toepassen. 

São Paulo zelf is heel indrukwekkend, wat een gigantische stad! Ter vergelijking: São Paulo is even groot als heel Nederland. Natuurlijk zijn de waarschuwingen die je hoort over Brazilië terecht: als vrouw liever niet alleen over straat (al helemaal niet in het donker), niet je mobiel op straat gebruiken, uit de buurt blijven van de 'crack communities' en de andere duizenden zwervers (soms met verschrikkelijke wonden, ontzettend verdrietig om te zien). Toch word ik, om heel andere redenen, ook blij van São Paulo. Het is lastig om het precies te omschrijven, maar de sfeer hier is zo vrolijk, de mensen zijn zo vriendelijk en behulpzaam. Niemand spreekt hier Engels (behalve de coördinatoren bij Guri, mijn stageplek), maar iedereen wacht geduldig als ik in gebrekkig Portugees mezelf verstaanbaar probeer te maken en ook andersom doen ze hun best, zodat ik hen enigszins kan begrijpen.

Dan mijn stage bij Guri. Guri is een (gratis) na- (of voor-)schoolse activiteit (kinderen hebben hier maar halve dagen school, van 7.00-13.00 uur of van 14.00-17.30 uur) voor kinderen vanaf zes jaar. Tot ze een jaar of acht à tien zijn, krijgen ze per week een uur algemene muziekles ('iniciation'), koor en solfège, dus drie uur in totaal per week. Op hun 8e/10e mogen ze een instrument kiezen en dan komt hun rooster er als volgt uit te zien: 1 uur koor, 1 uur solfège, 1 uur instrumentles (groepslessen) en 1 uur bandlessen (strijkersgroepen of harmonie-achtige groepen). De groepen zijn niet op leeftijd gebaseerd, maar op drie niveaus. Als je in niveau 3 zit en meer dan vier uur per week muziek wilt maken, kom je in aanmerking voor de zaterdaggroepen. Hiervoor moeten de kinderen auditie doen, zowel op hun instrument als in theorie en solfège. Op de zaterdag zijn er een strijkorkest, harmonie-orkest, een kleine bigband, een koor, een symfonieorkest en in de middag een choro-groep. Hoewel alle zaterdaggroepen wel enig niveau hebben, zijn het harmonie-orkest en het strijkorkest meer beginnersgroepen en het koor en het symfonieorkest meer gevorderd. 

Guri heeft zesenveertig centra verspreid over heel São Paulo. Gezien de grootte van de stad ben ik soms wel anderhalf uur kwijt aan reizen, zelfs per taxi. De afgelopen drie weken heb ik bijna elke werkdag een andere polo (centrum of school) bezocht, zodat ik van elk district van São Paulo de sfeer kon proeven en ik zoveel mogelijk mijn gezicht kon laten zien (want iemand uit Europa als gast is zeer bijzonder).
Op de zaterdag zing ik de helft van de dag met het koor mee (alles in het Portugees) en de andere helft help ik bij de strijkers van de orkesten. Denk aan: meespelen, rondlopen om te helpen met houding, vingerzettingen en streken. In de reguliere polo’s is het steeds afwachten wat mijn rol van die dag is, omdat ik de docenten vaak niet van te voren kan spreken en/of niet ken en niet weet hoe zij lesgeven. De docenten bij Guri zijn vaak heel goede muzikanten en in de afgelopen jaren zijn ze ook steeds betere docenten geworden. Ze hebben nauwelijks een pedagogische achtergrond en op dat gebied kan ik dan ook de meeste hulp bieden. Mijn taak is dus vaak die van supervisor/co-teaching. Dan geef ik tips als ze tegen moeilijkheden aanlopen of neem ik ter plekke een deel van de lessen over om trucjes, oefeningen of leuke inzingers met ze uit te wisselen. Het is superleuk om te merken hoe geïnteresseerd alle leerlingen en docenten hier zijn in mij en mijn opleiding. Op maandag ga ik naar een vaste school waar ik delen van de koorlessen overneem. Ik doe inzingers met ze, zoals 'Skyfall', niet te moeilijk én in het Engels, iets wat ze hier bijna nooit doen.

Guri is voor tachtig procent een sociaal project. Dat betekent dat in elke polo waar ik kom een halfuur tot een uur wordt ingelast waarin alle leerlingen vragen aan mij kunnen stellen. In dat uurtje bespreken we van alles. De vragen lopen uiteen van welke spelletjes ik speel op de Playstation en of ik ooit naar Disneyland ben geweest (deze vragen heb ik tot nu toe élke keer gehad), tot de verschillen tussen schoolsystemen in Nederland en Brazilië en de politiek. Deze gesprekken worden in overleg met de social workers ingepland, omdat in gesprek gaan met de leerlingen naar hun mening  een van de belangrijkste elementen van Guri is. Sommige kinderen krijgen bijvoorbeeld zelden de kans om uitgebreid met een gringa (wit persoon, daar wordt vooral mee bedoeld dat deze persoon er Europees/Amerikaans uitziet) te spreken en voor sommigen is het zelfs heel bijzonder om er een in het echt van dichtbij te zien! Voor mij een bizarre ervaring, maar het maakt des te duidelijker hoe belangrijk het is dat ik veel met deze kinderen praat en ervaringen uitwissel, om zo de afstand tussen hun land en cultuur en de mijne enigszins te overbruggen. Kort gezegd komt het erop neer dat ik een groot deel van mijn bezoek besteed aan praten, praten, praten. 

De leerlingen door en door kennen, inclusief hun middelste namen bijvoorbeeld, werkt in mijn ogen zó goed. De leerlingen gaan er echt voor. De band tussen docent en leerling is enorm hecht en tegelijkertijd heel professioneel omdat ze een gemeenschappelijk doel hebben: zoveel mogelijk betrokken zijn bij Guri en de muzikale en sociale aspecten van het programma. Mijn solfège gaat hier trouwens enorm vooruit, dank zij vier uur per week muziekles waarbij de kinderen constant moeten solmiseren.

Natuurlijk bestaat mijn tijdsbesteding niet alleen maar uit stage. Elke woensdagavond speel ik mee in een sambagroep en daar leer ik enorm veel van. Zo moeilijk, maar vooral zo inspirerend; ritme is hier echt een heel ander verhaal. Ook ga ik naar geweldige concerten: populaire Brazilaanse muziek en jazz, klassiek (een concert van een professioneel orkest en een van het jeugdorkest van São Paulo), en ik heb mogen genieten van een 'authentieke' sambagroep in de straat.Ik geniet hier ook van de zomer; op mijn vrije zondagen struin ik rond door de vele parken (eerder oerwouden) en mooie wijken. Ik ben naar Avenua Paulista geweest, een enorme boulevard die op zondag autovrij is en vol staat met allerlei hippe kraampjes waar onder andere sieraden, kleding, kokoswater en eten wordt verkocht. Om de vijftig meter staat er een band, met stijlen variërend van heavy metal, rock en pop(cover)bandjes tot samba en choro. Ook heb ik daar op de Avenue Paulista de demonstratie meegemaakt als reactie op de moord op Marielle Franco, een belangrijke politica, feministe en mensenrechtenactiviste in Brazilië. Wat haar zo bijzonder maakt is dat ze niet alleen als een van de weinigen publiekelijk opkwam voor minderheden, maar ook zelf zwart, vrouw én afkomstig uit de armste favela van Rio was. Haar moord, midden op straat gepleegd in Rio de Janeiro, was vermoedelijk een politieke afrekening door de militie (soort onofficieel leger dat de dienst uitmaakt in de sloppenwijken van Rio om naar eigen zeggen het drugsgeweld in de hand te houden). Het zorgt voor grote verslagenheid in het land. Heftig om mee te maken, maar de demonstratie was ook erg indrukwekkend: allemaal zwarte vrouwen die emotioneel samba speelden en dansten. Heel sterk vond ik het, maar zulke gebeurtenissen doen me ook beseffen dat Brazilië op sommige vlakken nog een lange weg te gaan heeft. Eindigend met een positieve noot: al met al ben ik nu al een ontzettend toffe, leerzame en bijzondere ervaring rijker, en hoewel ik soms het thuisfront wel een beetje mis, ben ik toch reuze dankbaar en blij dat ik hier nog een mooie zes weken mag blijven. 

Camille Beurret

Delen