Interview: Jack Pisters over 20 jaar Pop

Jack Pisters

Jack Pisters

Gepubliceerd op

Dit jaar viert de popafdeling van het Conservatorium van Amsterdam haar twintigjarig bestaan, een belangrijke mijlpaal die uitnodigt tot terugblikken en een toast op de successen uit de rijke geschiedenis. Als kweekvijver voor internationaal talent heeft deze unieke opleiding vele musici op een succesvol carrièrepad gezet, waaronder beroemde bands als Dewolff, WIES en Jungle by Night. Bands van de popafdeling treden op op prestigieuze festivals als Eurosonic Noorderslag, Glastonbury en SXSW en worden bekroond met prijzen als de Sena Pop NL Award en de Grote Prijs van Nederland. Maar wat is de oorzaak van dit opmerkelijke succes, en wat betekent ‘pop’ eigenlijk in het steeds veranderende muzikale landschap van vandaag? Om een blik achter de schermen van deze reis van twintig jaar te werpen en om een voorproefje te krijgen van wat we kunnen verwachten van het jubileumconcert op 5 oktober in de Melkweg spraken we met de oprichter en studieleider van de popafdeling, Jack Pisters.

Om bij het begin te beginnen, Jack, wat is je eigen achtergrond? Waarom wilde je een popafdeling beginnen?
‘Rockmuziek was mijn passie. Toch koos ik ervoor jazz te gaan studeren, eigenlijk vooral omdat ik als kind elektrische gitaar speelde en geen zin had om aan klassieke gitaar te beginnen. Ik speelde wel met plezier klassiek piano, maar toch was lang stilzitten nooit mijn sterkste kant. Mijn ouders hielden erg van klassieke muziek en ik kreeg al pianoles, dus ook nog gitaarles erbij was geen optie, zeker niet gezien de kosten.

Toen ik naar de middelbare school ging, ik was 13 of zo, kregen we handenarbeid, en daar heb ik een elektrische gitaar gebouwd. Ik was gewoon niet van het idee af te brengen. Uiteindelijk zagen mijn ouders in dat het me ernst was, en nadat mijn zelfgemaakte gitaar begon krom te trekken – al kwam er nog steeds geluid uit, en ik heb ‘m nog steeds – kochten ze een echte elektrische gitaar voor me. Ik stak zoveel tijd in het instrument dat ik binnen een paar jaar bij een solowedstrijd de gitaar van Gary Moore won. Ik speelde in een hardrockband en ging tegelijkertijd door met klassiek pianoles. Dat was destijds ook niet zo gek; er waren er meer die goed konden spelen in verschillende genres en die met elkaar vermengden.

In die tijd kon je alleen of jazz of klassieke muziek studeren, dus koos ik voor het eerste. Voor mijn jazzstudie was ik al begonnen met lesgeven en het onderzoeken van verschillende lesmethodes. Ik wilde muziek en lesgeven met elkaar combineren en startte aan het CvA als docent. Ik vond het vooral heel leuk om anderen met hun solo’s te helpen. Toch was het altijd een rare spagaat: lekker rocken met bands in het weekend en tijdens de week weer overschakelen naar een meer formele schoolsetting.’

Na twaalf jaar met plezier lesgegeven te hebben aan de jazzafdeling van het conservatorium besefte Jack Pisters dat de muziek die hij categoriseerde als ‘pop’ ook een plek verdiende op de school, vooral waar het ging om het componeren van nieuwe songs en eigentijds materiaal. Daarom werd in 2003 besloten een popafdeling te starten op het Conservatorium van Amsterdam. Vanwege zijn vertrouwdheid met het instituut was Pisters de ideale persoon om een toegewijd docententeam om zich heen te verzamelen en een studieprogramma te ontwerpen dat, in zijn eigen woorden, ‘zowel fris als in overeenstemming met de essentie van deze muziekvorm’ was.

Hoe kijk je terug op de afgelopen twintig jaar?
‘Als ik terugkijk op de afgelopen twintig jaar, ben ik ongelooflijk opgetogen over de hoge kwaliteit van de muziek die onze studenten maken. Het is verbazingwekkend hoe snel ze in staat waren om op te treden op grote festivals als Pinkpop en zelfs Glastonbury. Ik dacht in eerste instantie dat het langer zou duren voor ze zo’n niveau hadden bereikt. Ook hun internationale tours zijn fantastisch. Een paar jaar geleden verkochten zo’n vijf, zes acts van onze afdeling Paradiso uit met hun eigen werk, wat geen geringe prestatie is. En niet te vergeten Kensington, die Ziggo Dome meerdere malen uitverkocht.

Toen we begonnen met de popafdeling werd het idee van een conservatorium dat zich richt op popmuziek niet erg serieus genomen. Nu zwaaien overal de deuren open voor onze afgestudeerden. Ze toeren niet alleen door Europa, maar over de hele wereld, en een aantal van onze bands drukt een stevig stempel op de internationale popscene. Ik vind dat ongelooflijk indrukwekkend en ik zorg er ook voor dat ik regelmatig optredens van onze alumni bijwoon. Dat we zo ver zijn gekomen, en ons studieprogramma zoveel exceptioneel talent heeft voortgebracht, geeft me enorm veel voldoening.’

Wat zijn in jouw ogen de belangrijkste veranderingen en ontwikkelingen in de afgelopen tijd?
‘We hebben in de afgelopen twee decennia ons studieprogramma voortdurend aangepast en doorontwikkeld om aan de eisen van de muziekindustrie tegemoet te komen. We hebben verschillende productiecursussen aan het lesprogramma toegevoegd en actualiseren regelmatig onze lessen over de zakelijke kant van de beroepspraktijk om te zorgen dat er een steeds wisselend scala aan muziekstijlen en instrumenten aan bod komt. Deze praktische aanpak houdt het ook interessant voor zowel de docenten als de studenten. Wat voor ons heel belangrijk is, is dat onze studenten afstuderen met hun eigen zelfgeschreven muziek. Specifieke vragen en kwesties die tijdens het creatieve proces bovenkomen, kunnen we zo al doende aanpakken.

Vijf jaar geleden breidden we ons aanbod uit met de Amsterdam Electronic Music Academy (AEMA), een tweejarige Associate Degree die zich richt op elektronische genres als urban, hiphop en techno. Dat opende deuren voor studenten die zich wilden richten op muziekproductie op basis van de laptop. Omdat dat een heel diverse groep studenten en topdocenten aantrekt, bracht dat ook weer nieuwe energie in ons curriculum.

Vanaf dag één wordt de zakelijke kant van de beroepspraktijk geïntegreerd in de afstudeerprojecten van de studenten. Een mooi voorbeeld daarvan is ons jaarlijkse Maydays-festival, dat ze zelf organiseren. Vanwege de ontwikkelingen van digitale platformen en sociale media is dit studiegebied continu in beweging. Met verschillende keuzevakken komen we aan de actuele eisen van de beroepspraktijk tegemoet.

Iedere student houdt zich bezig met opnemen, produceren en songwriting, met als doel nieuwe muziek te creëren. We willen niet alleen buitengewone musici afleveren, maar ook artistieke ondernemers. Of ze nu muziek schrijven voor documentaires of hun eigen albums maken, de focus ligt op het bijdragen van nieuw kwalitatief hoogstaand werk aan het muzikale landschap. Het is een dynamisch ecosysteem en we streven ernaar het bij te benen en waar mogelijk erop vooruit te lopen.’

Wat vind je dat mensen moeten weten over de popopleiding?
‘Onze muzikale bandbreedte is ontzettend divers, van Bob Dylan tot Justin Bieber en Frank Zappa tot Kendrick Lamar. We beperken ons niet tot één genre, we zijn een inclusieve plek waar alle muziekstijlen aan bod kunnen komen. Onze alumni hebben een plek gevonden in uiteenlopende bands, zoals Goldband en Spinvis, om een voorbeeld te geven van hoe breed het kan zijn.

Onze studenten spreken zich uit, niet alleen muzikaal, maar ook over actuele kwesties die in de wereld spelen, zoals geestelijk welzijn, het klimaat enzovoorts. We luisteren naar ze en passen ons studieprogramma aan aan hun behoeften. Zij bepalen hun eigen stijl en alles is bespreekbaar. ZEP, een van de bands die op 5 oktober komen optreden, kreeg tijdens de pandemie 180.000 volgers op TikTok door het in te zetten als een creatief platform. Daar kijken we naar en dan bespreken we de mogelijkheden. Meningen kunnen enorm verschillen, maar ze worden allemaal gewaardeerd.

We helpen onze studenten op weg met alle aspecten van het vak van popmusicus, maar we organiseren geen tours voor ze en regelen ook geen deelname aan projecten zoals de Popronde. We willen ze leren hoe ze dat zelf kunnen doen en beantwoorden de vragen die ze al doende hebben. Daar leren ze op den duur veel meer van.

Wat we in onze studenten zoeken, is een duidelijke visie op hun muziek en de wil om te leren. Ze moeten openstaan voor ontwikkeling, een streng werkethos hebben en een passie voor uiteenlopende soorten popmuziek. We luisteren naar onze studenten en passen het studieprogramma waar nodig aan, waardoor het actueel en relevant blijft.’

Wat kunnen we op 5 oktober verwachten?
Het wordt een fantastisch jubileumfeest op een podium dat een speciale plek heeft in ons hart. De poppodia van Amsterdam, waaronder Paradiso en Bitterzoet, hebben ons geweldig gesteund, al helemaal tijdens de uitdagingen waar we tijdens de pandemie mee te maken kregen. Vooral de relatie met de Melkweg is voor ons heel bijzonder.

We hebben studenten en alumni uit verschillende jaren uitgenodigd, waarmee we een eclectische mix van acts op het podium bieden. Sommigen zijn op tournee in het buitenland en kunnen er helaas niet bij zijn, maar de bands die komen, geven een prachtige indruk van de diversiteit van onze opleiding. Ik ben ongelooflijk blij met de namen die al bekend zijn gemaakt en er komt nog veel meer. We kunnen ze nog niet allemaal noemen, maar er zitten een paar geweldige surprise-acts bij. Mis het niet, want anders krijg je geheid spijt.

 Het is een avond om te proosten op alles wat we bereikt hebben, met dank aan onze fantastische docenten, ondersteunend personeel, en natuurlijk de studenten die de afdeling hebben vormgegeven. Het is een ontmoetingspunt voor iedereen die betrokken is bij of belangstelling heeft voor popmuziek als kunstvorm. Het is een terugblik en een festiviteit die het karakter van de opleiding op alle podia van de Melkweg uitstraalt.’  

Meer informatie

Bestel tickets

 

Jack Pisters voor een zaal popstudenten

Delen