‘Je moet aan het conservatorium kunnen studeren zonder je eigen identiteit te verliezen’
Interview met Artist in Residence Orlando Ceder
Hoe zorgen we voor een divers conservatorium? Met die vraag houdt Orlando Ceder zich bezig tijdens zijn residentie. De docenten en studenten met wie hij spreekt, lopen warm voor zijn ideeën, waarin meer culturele variatie een grote rol speelt.
Orlando Ceder heeft een droom: iedereen in Amsterdam Zuidoost, het stadsdeel waar hij zelf opgroeide, de kans bieden zich muzikaal te ontwikkelen. Dat klinkt misschien eenvoudig, maar dat is het niet, weet hij uit eigen ervaring. ‘Ik heb muzikale ouders, maar dat geldt niet voor iedereen. Lang niet alle kinderen komen in aanraking met muziek en instrumenten waar ze blij van worden. Ook heeft niet iedereen de mogelijkheid muzieklessen te volgen, terwijl dat juist zo belangrijk is om het vuur aan te wakkeren.’
Een mogelijke oplossing: een routekaart die duidelijk maakt waar je in elke fase van je leven en ontwikkeling met je muzikale ambities kunt aankloppen. Daar hoort natuurlijk ook het conservatorium op te staan. ‘Dan moeten we alleen wel passend onderwijs hebben,’ waarschuwt Ceder. ‘Waar kun je als student nu bijvoorbeeld terecht als je Senegalese muziek wilt maken?’
Tijdens zijn residentie ontdekt Ceder dat een overzicht van zulke mogelijkheden ontbreekt. Ook hier zou een routekaart goed van pas komen, denkt hij. ‘Er staat een herziening van het curriculum op de planning, waarbij de huidige – te ingewikkelde – structuur op de schop gaat. Hopelijk zorgt dat er ook voor dat studenten met minder gebruikelijke wensen makkelijker op de juiste plek terechtkomen.’
Jezelf kwijtraken
Maar culturele diversiteit bevorderen gaat verder. ‘Je moet een opleiding kunnen volgen zonder je eigen identiteit te moeten inleveren,’ stelt Ceder. ‘Het Conservatorium van Amsterdam heeft veel buitenlandse studenten, maar die komen vooral uit andere Europese landen. Voor iemand die uit Azië of Afrika komt is het een grotere stap om zo’n instituut te betreden en je er thuis te voelen, ondanks alle culturele verschillen.’
In dat proces speelt ook de leeftijd van de student mee. ‘Ik was zelf al wat ouder toen ik hier aan de opleiding tot muziekdocent begon, maar veel studenten zijn een stuk jonger. Zij bevinden zich in een kwetsbare periode in hun leven, waarin ze heel gevoelig zijn voor invloeden van buitenaf. Wanneer je je in zo’n totaal andere omgeving begeeft, loop je het risico jezelf kwijt te raken. Dat risico moet goed op de radar staan van alle ondersteuners en coaches.’
Duurzame borging
De afgelopen maanden voerde Ceder tal van gesprekken met collega’s. Veel docenten werden enthousiast van zijn ideeën. ‘Ze zijn heel welwillend en zien allerlei kansen om positieve veranderingen teweeg te brengen. Ik wil niet dat deze beweging stopt wanneer ik in februari 2026 klaar ben met mijn residentie. Daarom is duurzame borging heel belangrijk.’
Ceder inspireerde collega’s ook met de lessen die hij zelf gaf, waarin Afro-Surinaamse muziek centraal stond. ‘Ik wilde vertellen hoe deze muziek zich in de loop der tijd ontwikkeld heeft. In Nederland is schrikbarend weinig kennis over Surinaamse muziek, terwijl het land jarenlang een kolonie van Nederland is geweest. Gelukkig stonden de collega’s er wel enorm voor open. “Misschien moet Orlando ons team komen versterken,” meldde een docent zelfs.’
Verandering doet pijn
Natuurlijk zijn er ook mensen die het liever willen houden zoals het is, ziet Ceder. ‘Verandering doet nu eenmaal pijn. Toch geloof ik echt dat die verandering nodig is – niet alleen voor de studenten, maar ook voor het instituut als geheel. In het beleidsplan van het conservatorium staat bijvoorbeeld dat er meer aandacht moet zijn voor internationale samenwerkingen. Daarvoor is het noodzakelijk ons breder te oriënteren.’
In dat veranderingsproces is het belangrijk niet alleen te kijken naar wat er gedoceerd wordt, maar ook door wie. ‘Als het curriculum meer gaat inspelen op de culturele rijkdom van de stad, leidt dat ook tot een diverser team aan docenten en ondersteunend personeel.’
Inclusieve werving
Ook de werving van nieuwe studenten kan nog inclusiever. ‘Het begint al bij de plekken waar je zichtbaar bent,’ legt Ceder uit. ‘De werving op scholen in Zuidoost moet minstens zo actief zijn als die in West. Ook moeten er veranderingen komen in de toelatingseisen en -procedure: daarin moet meer oog zijn voor de achtergrond van een student. Zo wordt Afro-Surinaamse muziek oraal overgedragen. Het conservatorium en de muziektheoriesectie onderzoeken nu al hoe dat geïmplementeerd kan worden in het curriculum.’
Verder is het belangrijk dat je je eigen instrument mag spelen, ook als de commissie dat instrument niet beheerst. ‘Dat is niet makkelijk, maar wel belangrijk voor de culturele diversiteit. Ik ben blij dat ik dat destijds heb kunnen doen.’
Ceder bracht tijdens zijn residentie al meermaals Afro-Surinaamse muziek ten gehore, vaak samen met zijn muziekgroep Black Harmony, onder meer in het Bijlmer Parktheater. ‘Voor veel mensen was dat een eyeopener: eindelijk zagen zij de rijkdom van Afro-Surinaamse muziek.’
Anne Louise van den Dool
Meer over Artist in Residence Orlando Ceder
