Programma
Carl Maria von Weber - Der Freischütz (ouverture)
György Ligeti - Lontano
Jasmine Karimova - Alecto
José Nuno Miranda - ZAP!
Gustav Mahler – Symfonie nr.4
Toelichting
Het Conservatorium van Amsterdam Symfonieorkest schotelt zijn publiek een bijzonder gevarieerd programma voor. Met de ouverture uit de opera Der Freischütz van Carl Maria von Weber, de Vierde Symfonie van Gustav Mahler tot Lontano van GyörgyLigeti en nieuw werk van compositiestudenten reikt het repertoire van de romantiek tot het heden.
Met een lengte van bijna een uur is Symfonie nr. 4 in Gmajeur, gecomponeerd rond de vorige eeuwwisseling een van de kortste die Gustav Mahler (1860-1911) schreef. Het is ook een van zijn meest opgewekte, al krijgt de eenvoud van de melodieën regelmatig een onderlaag met een dieper, duisterder karakter. De bezetting van het orkest is kleiner dan in zijn andere symfonieën. Daardoor klinkt de muziek minder zwaarwichtig en is de gevoelslading minder overdadig en theatraal, wat deze symfonie grote overtuigingskracht geeft. Terwijl Mahler zich houdt aan de klassieke vorm van vier delen is er geen sprake van een snel deel dat een beroep doet op virtuoos samenspel in het orkest. Als er gedanst wordt, en dat gebeurt met enige regelmaat, dan is dat in kalme, statige passen. Het is de laatste van drie symfonieën waarin Mahler teksten gebruikte uit Des KnabenWunderhorn, een verzameling gedichten, liederen en verhalen uit een ‘oud Duitsland’ die aan het begin van de negentiende eeuw werd uitgegeven. Het vierde deel omvat Das Himmlische Leben, waarin een sopraan de gelukzaligheid van het leven na de dood mag bezingen. Het is het enige deel waarin het orkest werkelijk versnelt, in instrumentale passages tussen de coupletten.
GyörgyLigeti (1923-2006) schreef Lontanoin 1967, toen hij nog werkte met zijn techniek van micropolyfonie. Door instrumenten schijnbaar onafhankelijk van elkaar melodieën te laten spelen die qua toonhoogte dicht bijeen zitten, liet hij de melodische lijnen verdichten tot clusters: vibrerende, doorschijnende klankwolken vol kleur. Maar terwijl hij in eerdere werken meteen de clusters op de voorgrond zette, is hij in Lontanouitgegaan van een enkele toon, gespeeld door veertien instrumenten die na elkaar invallen, op het zachtst mogelijke volume. In opeenvolgende golven wordt elk een fractie sterker, om vervolgens weg te vallen. Instrumenten beginnen van die ene toon af te wijken, met een weefsel van tonen als gevolg. Nadat de muziek even stilgevallen is, doemt opnieuw een enkele toon op, maar nu in een laag register. En weer komen er instrumenten bij, vallen andere weg. Steeds opnieuw zoekt de muziek de begintoon op, om daarna weer uiteen te vallen, als de opbloeiende gloed van een ontploffende vuurpijl in extreme vertraging. Een puls is niet hoorbaar in de muziek. Zoals Ligeti in het voorwoord van de partituur schrijft: ‘De muziek moet gelijkmatig vloeien, en accenten zijn vreemd aan het stuk (met slechts een paar uitzonderingen, die heel precies aangegeven zijn).’
Het moment waarop de muziek voor het eerst stilvalt, heeft grote betekenis voor Ligeti: ‘de muziek lijkt licht uit te stralen. Dit wordt benadrukt door een crescendo en doordat de muziek stapsgewijs opklimt naar hogere regionen, tot er een enkele hoge noot, een dis, opduikt en blijft staan, alsof dit muzikale schijnsel aanvankelijk diffuus was, maar zich concentreert tot één enkele gerichte straal. Zodra die dis zich manifesteert gaapt er een diepe afgrond, die een gat slaat in de muziek. Dat moment roept altijd sterke associaties op met een prachtig schilderij van Albrecht Altdorfer in de AltePinakothek in München, De slag van Alexander bij Issos. Achter blauwe wolken die uiteenwijken, breekt een straal van gouden zonlicht door.’ Lontanois gebruikt als achtergrondmuziek in The Shiningvan Stanley Kubrick en Shutter Island van Martin Scorcese.
Het vroegste werk op het programma is de ouverture uit de opera Der Freischützvan Carl Maria von Weber (1786-1826). Voor het eerst uitgevoerd in 1821 is Der Freischütz een van de tien opera’s die Von Weber schreef. Met deze werken geldt hij als een belangrijk aanjager van de romantische opera. Het verhaal speelt zich af vlak na het einde van de Dertigjarige Oorlog in 1648. Assistent-boswachter Max wil de dochter van zijn baas trouwen. Die stelt als voorwaarde dat Max zich als scherpschutter bewijst. Om dat voor elkaar te krijgen laat deze zich door collega en concurrent Kaspar overhalen om met tussenkomst van de duivel zeven magische kogels te gieten. De twee mannen hebben zeggenschap over de doelen van de eerste zes kogels, maar de laatste wordt door de duivel recht naar het hart van de geliefde van Max geleid. Door toedoen van een kluizenaar ontsnapt ze op miraculeuze wijze aan de dood.
In de ouverture heeft Von Weber het verhaal samengebald, met sterke contrasten tussen de gevoelens van de geliefden en de gevolgen van het besluit van Max om de hulp van de duivel in te roepen. Het is stormachtige muziek met veel aandacht voor de duistere wolk van noodlot die de liefde bedreigt. Inderdaad, bij uitstek romantisch.
Hier kun je kaarten kopen.
Jun Märkl
Dirigent Jun Märkl studeerdebij Sergiu Celibidache in München enbij Leonard Bernstein en Seiji Ozawa in Tanglewood. Hij is eenzeergerespecteerdvertolker van het Duitsekernrepertoireenwordtookgeroemd om zijnverfijndeenidiomatischeinterpretaties van de Franse impressionisten. Momenteel is hijalsmuzikaalleiderverbondenaan het Taiwan National Symphony Orchestra en het Indianopolis Symphony Orchestra en is hijonlangsaangesteldals chef-dirigent van het ResidentieOrkest in Den Haag. Ook is hijvastegastdirigent van het Oregon Symphony Orchestra enleiddehij het Orchestre National de Lyon, het MDR Sinfonieorchester Leipzig, het BaskischNationaalOrkesten de Malaysia Philharmonic. Hij heeftdaarnaasteendecennialangeervaring in de operawereld, getuigezijnlangeverbintenissen met de staatsopera’s van Wenen, Berlijn, München, de Semperoper in Dresden, de Metropolitan Opera of New York, de San Francisco Opera en het New National Theatre in Tokio.
Jun Märkl geeftregelmatigconcerten met de meestprestigieuzeorkesten van Noord-Amerika, Azië, Australië, Nieuw Zeeland en Europa, waaronder het Philadelphia Orchestra, de Chicago Symphony, het Cleveland Orchestra, de Boston Symphony, Symphonieorchester des BayerischenRundfunks, het Radio FilharmonischOrkesten NHK Tokyo. Zijndiscografieomvatmeer dan vijftigopnamen.
In 2012 werd hem in Frankrijkvanwegezijngroteverdiensten de Chevalier de l’Ordre des Arts et des Lettres toegekend.
Jun Märkl is zeertoegewijdaan het werken met jongemusici: hij is velejarenactiefgeweestals chef-dirigent op het Pacific Music Festival in Sapporo en het Aspen Music Festival in Colorado. Hij is alsgastdocentverbondenaan het Kunitachi College of Music in Tokio enrichtteonlangs het National Youth Symphony Orchestra of Taiwan op.
Jasmine Karimova
De Tadzjieks-Australische musicus en componist Jasmine Karimova (1998) studeert momenteel compositie in de masteropleiding aan het Conservatorium van Amsterdam. Ze heeft opgetreden in zalen als het Muziekgebouw in Amsterdam en het Olympisch Stadion in Moskou, en haar werk is uitgevoerd door ensembles als het Nederlands Kamerorkest en het Belgische Hermes Ensemble.
Haar recente projecten omvatten AIR-135m3 of Sound, voor orgel, zang en textielinstallatie; Mia en de Leeuw, een kinderconcert voor kamerorkest en vertellers, en The Whale, voor elektronica, sopraan, kamerorkest en video.
Alecto
Alecto is een van de drie Furiën uit de Griekse mythologie, zusters die als taak hadden stervelingen die iets misdaan hadden te straffen. Ze is de verpersoonlijking van meedogenloze woede – haar naam is te vertalen als ‘niet aflatende toorn’. In dit werk voor orkest en verteller worden teksten uit de Aeneis en poëzie van Sylvia Plath gecombineerd om de vele lagen van haar persoonlijkheid te bloot te leggen. Zo wordt de luisteraar een blik gegund in haar innerlijke verscheurdheid en de ondraaglijke last die een leven van eeuwige woede met zich meebrengt.
José Nuno Miranda
José Nuno Miranda (2004, Braga, Portugal) is componist en hoornist. Momenteel studeert hij beide vakken in de bacheloropleiding aan het Conservatorium van Amsterdam. Zijn muziek is uitgevoerd door de musici van het Nederlands Kamerorkest, de Dutch National Opera Academy, De Nationale Opera Studio en het Luso Ensemble. Vanuitzijngroeiende belangstelling voor het gebruik van humor en ironie in muziek onderzoekt hij hoe hij die in zijn composities kan verwerken.
ZAP
In mijn eerste orkestwerk creëer ik vanuit mijn scherpe gevoel voor ironie een maatschappijkritisch, absurd klanklandschap van content die bedoeld is voor snelle consumptie. Dit stuk is een wake-up call voor iedereen die zich verdoofd of overweldigd voelt door de industriële hoeveelheid aan rommel waarmee ons brein elke dag door alle vormen van media wordt volgestopt. We vergeten dat we echte mensen zijn en niet alleen plaatjes op een beeldscherm. Dat idee vervult me met afschuw en deze muziek komt voort uit de noodzaak er iets aan te doen.
Conservatorium van Amsterdam Symfonieorkest
Het Conservatorium van Amsterdam Symfonieorkest werkt jaarlijks in twee projecten aan een veelzijdig repertoire, waarmee het in het Muziekgebouw aan het IJ, het Concertgebouw, Muziekcentrum Eindhoven, Stadsgehoorzaal Leiden, Muziekcentrum Tivoli/Vredenburg, deSingel in Antwerpen en andere belangrijke muziekcentra in binnen- en buitenland optreedt. Dirigenten zijn zowel gerenommeerde gastdirigenten, zoals Jan Willem de Vriend, Judith Kubitz, Ed Spanjaard, Adrian Prabava, Bas Wiegers, Otto Tausk, Matthew Rowe en Andrew Grams, als docenten van het CvA. Regelmatig werkt het orkest mee aan grote evenementen, zoals de Amsterdamse Cello Biënnale.