Quirine Viersen behoort tot de vooraanstaande muzikale persoonlijkheden van haar generatie. Met haar krachtige, intense en virtoze spel heeft ze het publiek, de pers alsook haar collega-musici overtuigd van haar muzikaliteit.
Quirine heeft prijzen gewonnen op nationale en internationale concoursen zoals het Rostropovich Concours in 1990 in Parijs, de International Cello Competition in Helsinki in 1991, en in1994 was ze de eerste Nederlandse musicus die een prijs won op het Tsjaikovski Concours in Moskou. In dat jaar won ze ook de Nederlandse Muziekprijs. De belangrijkste prijs die ze tot nu gewonnen heeft, is de Young Artist Award 2000 die haar werd toegekend door de Credit Suisse Groupe. Als onderdeel van deze prijs gaf ze een concert met de Wiener Philharmoniker o.l.v. Zubin Mehta op het Luzerner Festival 2000.

Quirine kreeg haar eerste lessen van haar vader, Yke Viersen, cellist in het Koninklijk Concertgebouworkest. Vervolgens studeerde ze bij Jean Decroos en Dmitry Ferschtman. Ze sloot haar studie af aan het Mozarteum Salzburg in 1997, waar ze studeerde bij Heinrich Schiff.
Sindsdien heeft Quirine opgetreden met grote orkesten en dirigenten over de hele wereld. Ook is ze een veelgevraagd kamermusicus; sinds 1996 vormt ze een duo met pianiste Silke Avenhaus, en ze treedt regelmatig op met musici als Antje Weithaas, Benjamin Schmid en Hanna Weinmeister.

Quirine Viersen bespeelt een Joseph Guarnerius Filius Andreae uit 1715, die beschikbaar is gesteld door het Nationaal Muziekinstrumentenfonds.