Wiebe-Pier Cnossen

Wiebe-Pier Cnossen studeerde in 1998 af aan de jazzopleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en vervolgde zijn zangstudie aan de klassieke afdeling van hetzelfde conservatorium, waar hij in 2001 zijn bachelordiploma behaalde. In 2003 studeerde hij met de rol van Papageno (Die Zauberflöte) summa cum laude af aan de masteropleiding opera van de Dutch National Opera Academy. Hij volgde masterclasses bij onder anderen Christina Deutekom, John Bröcheler, Rudolf Jansen, Mark Tucker en Ian Bostridge.

Hij zong solo bij De Nationale Reisopera, Opera Trionfo, het Residentie Orkest, het Doelen Ensemble, het Nederlands Blazers Ensemble, Nationaal Toneel, Holland Opera en op verschillende festivals in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Hij speelde onder andere de volgende solorollen in verschillende opera’s: zowel Graaf Almaviva als Figaro in Le nozze di Figaro (Mozart), Masetto in Don Giovanni (Mozart), Escamilio in Carmen (Bizet), Don Parmenione in L’occasione fa il ladro (Rossini), Uberto in La Serva Padrona (Pergolesi), Plutone/Caronte in L’Orfeo (Monteverdi) en Bardolfo in Falstaff (Salieri).

Delen